Ik schrijf..

Schrijven, schrijven, schrijven.
Ik doe het enorm graag. Het geeft me rust en helderheid in mijn hoofd. Maar er zit ook altijd nog een stukje verzet. Ik moet mezelf altijd even een duwtje in de rug geven om te gaan schrijven. Je kunt zo diep gaan met schrijven. Je komt bij lagen die met alleen denken en piekeren niet zichtbaar worden. Het is alsof je het laagje lichaam ervan af haalt en helemaal jezelf ziet, met al je eigenschappen, kwaliteiten, ervaringen, gevoelens, emoties en gedachten. Ze zijn er en ineens worden ze zichtbaar op papier.

Toch moet je er zelf nog steeds wel wat moeite voor doen, ook als je pen en papier al in de aanslag hebt. Je kunt er namelijk ook heel lang omheen dralen, zodat je niet naar die binnenste laag hoeft te gaan. Je hoofd werkt daar maar al te graag aan mee, lekker in de vermijding om jezelf te behoeden voor eventuele pijnen en ongemakken die het bij je oproept.

Een levend voorbeeld is deze bovenstaande tekst. Ik wil eigenlijk heel graag schrijven over de dood van mijn opa en de uitvaart van morgen. Ik wil ernaartoe, me mentaal en praktisch voorbereiden: hoe voel ik me, waar denk ik aan, welke kleding trek ik aan, hoe doe ik mijn haar? Maar mijn hoofd wil dat allemaal niet. Erover nadenken dat opa nu echt overleden is, en dat ik hem nu de kist gesloten is nooit meer zal zien, is zo’n pijnlijke gedachte. Mijn hoofd zet daarom steeds allerlei afleidingsmanoeuvres in. Terwijl als ik ernaartoe ga, naar die pijn en dat verdriet, heb ik het even zwaar, maar voel ik me daarna vaak wel een stuk beter.

Door het te vermijden blijft het juist bij me. Het blijft in mijn lijf zitten en steekt steeds weer de kop op om gehoord en gevoeld te worden.

Opa komt nooit meer terug. Als ik daaraan denk, verkrampt mijn maag. Ook al was hij negentig jaar en ook al heeft hij een goed leven gehad. Ik ben de beste opa van de wereld verloren en dat doet pijn. En dat is oké, dat het pijn doet. Verlies doet pijn. Dat situaties onomkeerbaar zijn en ineens harde realiteit worden, dat doet pijn.

Het heeft me echter ook dankbaarheid gebracht. Ik besef hoeveel geluk ik heb. Niet alleen omdat ik zo’n lieve en zorgzame opa had, die ook mijn kinderen, zijn achterkleinkinderen, heeft gekend. Maar ook omdat het pas mijn opa is die is overleden. Ik voel daardoor het grote geluk dat ik allebei mijn ouders nog in goede gezondheid heb. En dan voel ik me, tussen het verdriet door, enorm dankbaar.